Zomerherinneringen, column van Irene Campfens

Foto: Irene Campfens

Mijn allermooiste herinneringen deed ik op in de zomer. Spullen opduiken van de bodem van het zwembad, vriendinnen ontmoeten voor het leven…..Later blijkt dan toch voor even. Felgekleurde vissen door mijn snorkelbril zien, het eerste vakantievriendje, voor 1 gulden snoepjes kopen, buitenspelen tot het donker wordt….. Dat is in de zomer best laat…..

Tekst: Irene Campfens

Nu de thermometer iedere dag boven de 25 graden uitslaat komen de herinneringen bovendrijven. Ja, vroeger waren de zomers ook zo mooi, maar lang niet altijd zo droog. Ik zie mezelf nog trappen als een malle na een dagje bij ’t Wed. (hieronder)…klik op foto’s voor vergroten Het was heet geweest, en benauwd.

Het onweer kwam eraan; de eerste donderslagen klonken al. Op een fiets zonder versnellingen gingen mijn benen niet zo snel als ik wilde. Meestal werd ik alsnog zeiknat, tot aan het badpak, in de laatste kilometer van de rit.

Ook ’s ochtends waren er soms flinke regenbuien. Met de nadruk op flink. Met grote zin in weer een dag buiten zijn, trok ik dan op mijn zolderkamer het rolgordijn omhoog en zag regen. Natte straten, plassen water, overvolle dakgoot. Omdat ik mezelf niet gemakkelijk vermaakte met binnenblijven – ik vond veel dingen al snel saai – lokte dit vaak chagrijnige buien uit. Ik koos in dit soort gevallen meestal voor rommelen in alle kasten, klieren bij mijn grote zus of voor de zoveelste keer de Donald Duck doorbladeren.

De nachtelijke buien: die waren heftig. Dromend over enge monsters, waanzinnige helden, grote angsten, onwaarschijnlijke avonturen of plotselinge vaardigheden zoals kunnen vliegen, zat ik na de eerste herrie direct rechtop in bed. De lucht boven ons huis was diepzwart geworden. Gebulder en gedreun klonk. Donker en bliksem volgden elkaar in rap tempo op. Het kwam steeds dichterbij. In de buurt werd altijd wel iets getroffen. Veel oude huizen in Bloemendaal hadden toen een rieten dak. Het laat zich raden hoeveel problemen dat opleverde.

Maar deze zomer is anders. Het is mooi. Warm. Heet. En droog. Er is al weken geen druppel regen gevallen. En eerlijk: ik vind het zalig. Ik geniet van warmte, het maakt me rustig en blij. Aan de zon laad ik me op, in de avonden ontspan ik in de luwte. Ik lees in de schaduw, eet op het strand, zwem in de zee, slaap met de ramen open, word veel te vroeg wakker worden en heb toch zin in de dag. Het gaat me allemaal net iets beter af. Dat is wat de zomer met mij doet.

Toch gun ik ons regen. Kwetsbare, zieke- en broze kinderen, volwassenen en ouderen. Puffend in bed, rolstoel, een mager of een zwaar lijf. Ook de natuur schreeuwt erom.

Alles hangt en wordt met de dag bruiner en kaler. Dieren raken uitgedroogd en vallen – soms letterlijk – als mussen dood van het dak.

Dan die arme boeren….. Zij zien hun oogst vernietigd worden; sproeien met water uit sloten, beken en kanalen is verboden. Zeldzame vissen verdwijnen uit de watertjes, hevige bos- en duinbranden nemen toe. Om al deze redenen gun ik ons regen. Heel veel regen. Urenlang. Maar dan wel ’s nachts, als ik lig te slapen, zodat ik de volgende dag energiek een frisse buitenwereld tegemoet kan gaan.

Cookieinstellingen